1e rekening over de jaren 1572-1573 Frederick van Zuylen van Nyevelt.

Rekeningen van de officieren van justitie

Rekeningen van die landdrosten van Veluwe, 1543-1795:

0012 Gelderse Rekenkamer, Rekeningen van Frederick van Zuylen van Nyevelt, drost van Nederveluwe, 1ste rekening, 1572-1573, inv. 6360

ZIE PDF IN DE LINK HIERBOVEN.

Betreft: o.a. doodslagen, vechtpartijen en peindingen.

1e rekening over de jaren 1572-1573 Frederick van Zuylen van Nyevelt.

Toelichting: Ik heb uit deze inventaris voornamelijk aantekeningen gemaakt voor eigen genealogisch en historisch onderzoek. Het betreft dus geen complete transcripties van deze rekeningen maar meer een lijst met genoemde personen. Ik heb daarbij (voorlopig) alleen de personen uit Ermelo genoteerd.

Aantekeningen uit het Gerichtssignaat van het scholtambt Hattem 1632-1661, inventaris nummer 1

Het betreft persoonlijke aantekeningen van voornamelijk erfhuis verborgingen. Soms wat andere zaken die voor eigen onderzoek relevant waren. In de loop van de tijd zal het weer herzien worden als ik aanvullingen heb.

Aantekeningen uit het Gerichtssignaatvan het scholtambt Hattem 1632-1661, inventaris nummer 1

Fragment Gerichtssignaatvan het scholtambt Hattem 1632-1661, inventaris nummer 1

Sprokkels uit het Stadsgericht van Wilsum

Een aantal jaren geleden maakte ik in opdracht van iemand een paar korte transcripties op basis van wat toegemailde foto’s die van een beeldscherm waren genomen waarop een microfiche afgebeeld was. De leesbaarheid was mede door het licht van het scherm nogal lastig. Interessant is de lijst met de 20 burgers van Wilsum. Dit heb ik heb ik er toen van kunnen maken:

Wilsem 10 Augustus 1744.

Schepenen: Aart Eevers, Hendrik Berens en Lubbert Reijers.

Compareert P. Klinge voor sijn selfs H. Klinge als gevolmagt voor L. Klinge volgens volmagt voor schepenen de raden der stad Amsterdam den 21 aug 1743 gepasseert in de gerigte vertoont gesien gelesen en van waarde verklaart en Willem van der Horst en Hendrik Klinge beijde mombers over Egberta Alida en Hermina Klinge de heer burgemeester Derk Hennekes Ph. van Kamen en Derk van Dijk alle drie mombers over Egberta Klinge bekennen alle comparanten te samen voor een seekere wil betaalde en ter nuege wel ontfangene somma van pennige te transporteren en over te dragen doende sulks in en mits delen an de heer Clamer Vriese tot Campen en Margreta Bongers des selfs huijsvrou en erfgenaamen 1/3 part in drie morgen land het Nieuwe land genaamt oosten de Seerenbroeker weg zuijden de stad Wilsem westen de erfgenaamen Stolte noorden de nieuwe weg gelegen in dese stads jurudictie beloven de transportanten het voornoemde land te wagten en waren voor de evictie en luijden op en aansprake als na regte sonder erg of list in oirconde der waarheijd hebbe wij dese met onses stadts seegel en subscripties onser secretaris doen bekragtigen. Lees verder

Over-Veluwe (en Veluwezoom), schatcedullen, 1627 Oldebroek

Oldebroek, schatcedullen, 1627

zie link in de pdf hierboven.

Betreft een transcriptie van alle namen genoemd in deze rekeningen. Met uitzondering van een aantal posten aan het eind van de rekening die niet de schatcedullen betrof en daarom niet getranscribeerd zijn.

Bron: Gelders Archief, 2000 Oud archief Arnhem, Over-Veluwe (en Veluwezoom), schatcedullen, 1627, inventarisnummer. 5920.
Teks en transcriptie gemaakt door J.M. Goudbeek, Wezep 30-05-2017.

Bij het gebruiken van gegevens uit deze bewerking voor genealogische of historische doeleinden of ten behoeve van publicaties, in welke vorm ook, word een adequate bronvermelding naar deze bewerking zeer op prijs gesteld.

 

Getuigen verklaringen Heerde 1552

26-08-1552: Olde Gerrit inden Hagen heeft voor het gericht laten verschijnen Wijlhem ten Have, Gerrit Janssen, Arnt Willemsen, Evertgen bij de Molle en Evert Wijllemssen om “kontschap der waerheijt hijer nijet van seggen en wolden, en wolde olde Gerrit inden Hagen nijet hijeden enre pene van vijffentwintich golden gulden inde schade nijet recht.” Lees verder

12de rekening over de jaren 1599-1601 van Johan van Scherpenzeel.

Rekeningen van de officieren van justitie

Rekeningen van die landdrosten van Veluwe, 1543-1795:

0012 Gelderse Rekenkamer, Rekeningen van Johan van Scherpenzeel, 12de rekening, 1599-1601, inv. 6385

ZIE PDF IN DE LINK HIERBOVEN.

Betreft: o.a. doodslagen, vechtpartijen en peindingen.

12de rekening over de jaren 1599-1601 van Johan van Scherpenzeel.

Toelichting: Ik heb uit deze inventaris voornamelijk aantekeningen gemaakt voor eigen genealogisch en historisch onderzoek. Het betreft dus geen complete transcripties van deze rekeningen maar meer een lijst met genoemde personen. Ik heb daarbij (voorlopig) alleen de personen uit Ermelo, Doornspijk, Heerde en Epe genoteerd.

Joachim Goissens ende Gerberich sijne huisfrouwe, 1595.

In onderstaande tekst vind men een transcriptie van een charter betreffende een voorouder uit mijn kwartierstaat. Charters zijn stukken die akten bevatten, ter bekrachtiging voorzien van een of meer zegels. In deze charters kan men soms meer informatie of aanknopingspunten vinden voor verder genealogisch onderzoek. In dit geval betreft het Schenkingsakten van Gildegoederen van het Sint Annagilde in Oldebroek in de periode 1620-1802 waar een aantal oudere charters in terug te vinden zijn.

26-02-1598:

Wij Daem ten Herenhaeff Richter des Richter Ampte Oldenbroecke, Wolter Nagge Tezige Stadtholder aldaer und Herbert Petersen ende Gerrit Tegenwoirdige gildemannen van ons L vrouwen gilde Lees verder

…vredelievend volkje?

Dat het niet alle dagen peis en vree in het dagelijks leven op de Noord-Veluwe was getuigen de onderstaande stukken uit het ORA van Veluwe wel. Er werd soms flink op los geslagen waarbij diverse voorwerpen niet geschuwd werden om elkaar behoorlijk toe te takelen.

Heerde, 14 juli 1718.

Tussen Derck Wijers tegen Lambert Cornelissen, Jan Douw en Derck Bueck.

“Om te beletten dat zijn broeder Jan Weijers door Lambert Cornelissen, V, en vordere complicen niet mochte worden dootgeslagen.” Hij werd “blont en blauw geslagen, dat hij ter aarde als doot ter nederviel.” Waardoor het slachtoffer daarna zes weken “het bed heeft moeten houden.” Lees verder

Met het verkeerde been uit de beddestee?

”ghij kompt nogh al eens voor den dagh”

Op de deel van Albert Jans op de Wae ontstaat in de vroege ochtend van 7 februari 1702 een ruzie tussen Jan Stevens, ploegjongen van Albert Jans op de Wae en Jan Berents, de bouwknecht van Albert Jans op de Wae na de opmerking van Jan Berents ”ghij kompt nogh al eens voor den dagh, waerop Jan Stevens antwoorde dat gaet nogal hen, dat daerop Jan Berents den schuddegavel heeft genomen sonder de minste andere woorden te gebruijcken en daermede Jan Stevens lustigh aff geslagen, waerop Jan Stevens die de ledder in de hand hadde deselve op het lijff van Jan Berents heeft gesmeten, waerop Jan Berents een vlegelknuppel nemende den voorn. Jan Stevens deerlijck in de sijd gestoten en een gat in het hooft geslagen”. Jan Berents word op 9 februari shuldich bevonden na een getuigenis van Jan Stevens en Derck Heijmens en word veroordeelt tot een boete van “twintigh goud gulden binnen den tijd van 14 dagen te betelen aen den jonghe voor pijn en smert twaelff gulden neffens het meester loon ende de kosten deses alles tot taxatie en moderatie van gerichte”.

Bron: Oud Rechterlijk Archief, Criminele Rechtspraak Hattem 1628-1713, inv. 2.
Tekst en transcriptie J.M. Goudbeek 28-09-2016.