Vreemdganger in de Voskuil.

Fragment ORA Hattem, Criminele Rechtspraak 1628 – 1713, inv. 2.

Voor het gericht van Hattem verscheen Jannetien Henricksen, mogelijk in het bij zijn van haar ouders omdat ze nog maar zestien jaar was. Ze verklaarde dat ze op paasdag 1680 bij Jan Bartholdts huis in de Voskuil was gekomen. Ze was daar werkzaam als dienstmeisje. Jan was alleen geweest, zijn vrouw was vertrokken naar Münsterland om daar waarschijnlijk de paasdagen en mogelijk een wat langere tijd door te brengen. Terwijl Jan ’s avonds bij de haard een pijp tabak rookte en zat te drinken ging zij naar bed. Op een bepaald moment gaat Jan naakt bij haar liggen en zegt dat hij er voor zal zorgen dat ze niet zwanger zal raken. Lees verder

Sprokkels Doornspijk 1791/92

Judicium van Doornspijck den 29 tot 31 maij 1792.

Tusschen den heer Landdrost van Veluwe, klager ter eene, en Lammert Aarts Rademaker, Bekl(aagde) ter andere zijde: om dat hij een kind in onecht verwekt heeft bij Aartje Everts, waer zij den 19. Nov. 1791 verlost is; het gerigt bevorens in dezen te decideren, ordonneerd den bekl(aagde) om zig op morgen ogtend om 9 uuren in den gerigte te sisteren, om door hetzelve gehoord, en zo nodig tegen Aartje Everts geconfronteerd te worden, welke ten dien einde insgelijks door den Heere klager gesisteerd zal worden. Lees verder